
Vanaf 1 januari 2025 wordt de wettelijke rente voor niet-handelstransacties (Artikel 6:119 BW) verlaagd van 7% naar 6%. Deze verandering heeft ook gevolgen voor erfenissen waarbij de wettelijke verdeling van artikel 4:13 BW van toepassing is.
Wat is de wettelijke verdeling?
De wettelijke verdeling (Artikel 4:13 BW) is de verdeling van een nalatenschap zoals deze automatisch plaatsvindt wanneer een overledene een echtgenoot en kinderen achterlaat zonder andere testamentaire bepalingen. Hierbij krijgt de langstlevende echtgenoot alle goederen uit de nalatenschap, terwijl de kinderen een vordering krijgen ter grootte van hun erfdeel. Deze vordering kan pas worden opgeëist na het overlijden van de langstlevende echtgenoot, tenzij anders is afgesproken.
Volgens lid 3 van artikel 4:13 BW wordt deze vordering in principe verhoogd met een rentepercentage dat gelijk is aan de wettelijke rente, tenzij dit percentage lager is dan 6%.
Wat verandert er per 1 januari 2025?
Afgelopen jaar was de rente voor het eerst hoger dan 6% waarmee de vorderingen groeiden. Met de nieuwe renteverlaging naar 6% zal de rente op de vorderingen uit hoofde van de wettelijke verdeling niet meer worden opgerend, tenzij er specifiek in het testament of door onderlinge afspraken iets anders is bepaald.