Op 24 juli 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant twee uitspraken gedaan over het verzoek om een nalatenschap namens een minderjarige te mogen verwerpen. In de eerste uitspraak is de machtiging om te mogen verwerpen afgewezen omdat de ouders geen informatie verstrekten. In de tweede uitspraak is de termijn verlengd waarbinnen de ouders moeten aantonen dat de nalatenschap negatief is. Hierbij is een Ordemaatregel uitgesproken, waarbij de ouders gemachtigd worden om inzage te krijgen in informatie van de nalatenschap. Hoe zit het ook alweer?
Er zijn kort gezegd drie keuzes waaruit een erfgenaam kan kiezen: zuiver aanvaarden, verwerpen of beneficiair aanvaarden. Voor minderjarigen valt op grond van artikel 4:193 BW de zuivere aanvaarding al af. Minderjarigen kunnen alleen beneficiair aanvaarden. Als je als ouder een erfenis wilt verwerpen, dan heb je een machtiging nodig van de kantonrechter. Die machtiging krijg je in principe alleen als je aantoont dat de erfenis negatief is. Wanneer je binnen drie maanden geen keuze maakt of de machtiging om te verwerpen wordt afgewezen, dan heeft de minderjarige de nalatenschap automatisch beneficiair aanvaard. Als wettelijke vertegenwoordiger moet je dan de nalatenschap vereffenen.
Maar wat nu als je de overledene niet kent? In de tweede uitspraak was er al 35 jaar geen contact. Ook dan moet de wettelijk vertegenwoordiger informatie over de nalatenschap verzamelen. Doorgaans wordt die informatie alleen verstrekt als er een verklaring van erfrecht is opgesteld door een notaris. Het opstellen van een verklaring van erfrecht kan een flinke kostenpost zijn en bovendien moeten alle erfgenamen bekend zijn. De Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft in deze beschikking een oplossing bedacht door een ordemaatregel uit te spreken. In de ordemaatregel worden de ouders gemachtigd om informatie over de nalatenschap te verkrijgen. Aan de hand daarvan moeten zij een boedelbeschrijving opmaken. Een mooie oplossing voor een veelvoorkomend probleem, maar het is de vraag of bijvoorbeeld banken en verzekeraars de beschikking van de rechtbank voldoende achten om de informatie te verstrekken. Zo niet, dan biedt de benoeming van een vereffenaar misschien nog een uitkomst.